Een lichtpad via een Multi Service Port dient te worden ingericht als een 802.1q-poort. Ieder lichtpad kenmerkt zich vervolgens als een ander lichtpad, met een andere bestemming.
- Configuratie interface:
switchport
switchport mode trunk
switchport trunk allowed vlan x (,y,z voor andere lichtpaden)
- Redundantie:
- PVST, RPVST en PVST zijn Cisco protocollen
- MST-protocollen hebben uitwerkingen die door verschillende vendors op andere wijze worden geïnterpreteerd.
Om een betrouwbare oplossing te maken, adviseert SURFnet om gebruik te maken van een routeringsprotocol om failover over redundante verbindingen mogelijk te maken. Alle IP routeringsprotocollen kunnen door een lichtpad worden getransporteerd. Het verdient de voorkeur om vooraf af te stemmen met de partij aan de andere zijde van het lichtpad.
- Meerdere VLAN's
Het is mogelijk om door een lichtpad meerdere VLAN's te versturen. Hierbij dient gebruik gemaakt te worden van het protocol QinQ. Hierbij wordt een 802.1Q tag aan een bestaand trunk pakket gekoppeld. Een pakket krijgt vervolgens dus:
- Één Outer VLAN-tag (Dit is het VLAN-nummer dat bij SURFnet bekend is en gekoppeld is aan het lichtpad
- Een Inner VLAN-tag (Dit is het VLAN-nummer van het pakket dat door het lichtpad moet worden getransporteerd
encapsulation dot1Q 101 second-dot1q 1-1000,1003-2000
Dit voorbeeld geeft:
- VLAN 101 wordt gebruikt als Outer VLAN-ID. Dit VLAN moet worden doorgegeven als het VLAN dat gekoppeld is aan het lichtpad.
- VLAN's 1-1000 en 1003-2000 zijn de VLAN's die door de Q-in-Q-tunnel kunnen worden getransporteerd.