Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

Het leverproces start op het moment dat uw aanvraag in behandeling is genomen en eindigt op het moment dat u een werkende ExpressRoute-verbinding heeft. Het proces bestaat uit maximaal zeven stappen waarvan er vier door de instelling zelf en drie door SURFnet SURF uitgevoerd moeten worden. Deze stappen worden in dit hoofdstuk beschreven. De stappen die de instellingen zelf moeten uitvoeren zijn in verder detail uitgewerkt in de appendices aan het eind van dit document.

...

U vraagt een ExpressRoute aan in de Microsoft portal en ontvangt een S-Key. Dit is de sleutel waarmee SURFnet SURF de service kan activeren. U moet de S-Key dus door geven aan SURFnetSURF. Hou er rekening mee dat Microsoft start met facturen zodra u de S-Key heeft aangevraagd, maar dat u uw ExpressRoute pas kan configureren als SURFnet SURF de service heeft geactiveerd.

...

De volgende stap in het proces is dat SURFnet SURF de ExpressRoute activeert. Als deze stap is afgerond dan wordt u hierover geïnformeerd en kunt u verder met het configureren van een ExpressRoute peering.

Nota Bene: De ExpressRoute is slechts een deel van de end-to-end service tussen Microsoft en uw instelling. Het is eigenlijk alleen de verbinding tussen de Microsoft omgeving en de SURFnet SURF omgeving (zie figuur 1). Om de end-to-end verbinding tussen Microsoft Azure en uw instelling tot stand te brengen moet SURFnet SURF nog een lichtpad configureren. Dat gebeurt in stap 5.

...

In de Microsoft Azure portal kunt u nu de ExpressRoute peering configureren (zie appendix A.2). Het VLAN dat u in deze stap invoert wordt de “inner tag” of C-Tag van de ExpressRoute service tussen Microsoft en SURFnetSURF. Dit is dus het VLAN aan Microsoft zijde (VLAN A1 in figuur 2).

Nu hoeft u alleen nog te bepalen welke VLANs u aan de instellingszijde wilt gebruiken. Aan het eind van deze stap moet u alle VLAN informatie doorgeven aan SURFnetSURF. Als u voor de 802.1q variant heeft gekozen, dan zijn dat VLANs A1, B1 en B2 (zie figuur 2). Als u voor de 802.1ad variant heeft gekozen dan hoeft u alleen VLANs B1 en B2 door te geven.

U kunt er ook voor kiezen om alle VLAN informatie al bij de aanvraag aan te leveren. In dat geval is SURFnet SURF na stap 3 al direct begonnen met het configureren van het lichtpad.

...

Afhankelijk van de variant die u gekozen heeft configureert SURFnet SURF een 802.1q (“single tagged”) of een 802.1ad (“double tagged”) service. In beide gevallen wordt de service met de door u gekozen VLANs afgeleverd op de poorten bij uw instelling. Zodra het lichtpad gereed is krijgt u van SURFnet SURF een opleveringsemail met alle relevante details van de end-to-end ExpressRoute service.

...

Overzicht van het opleverproces

Activiteit

Verantwoordelijke Partij

1. Installatie nieuwe hardware (optioneel)

SURFnet

SURF

2. Aanvragen S-Key

Instelling

3. Activeren ExpressRoute

SURFnet

SURF

4. Opzetten van een ExpressRoute peering

Instelling

5. Configureren van het lichtpad

SURFnet

SURF

6. Configureren van het lokale en het (virtuele) remote netwerk

Instelling

7. Configureren van de BGP sessies

Instelling

Tabel 2: Overzicht van het leverproces