You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 11 Next »

INLEIDING

Als organisatie kunt u aansluiten op SURFconext met het protocol Active Directory Federation Services 2.0 (AD FS 2.0) van Microsoft. U kunt aansluiten op twee manieren:

  • als Identity Provider (IDP), in AD FS-terminologie 'Account Partner' (AP) genoemd. Bent u IDP, dan is de Active Directory van uw organisatie ontsloten naar SURFconext. Hierdoor kunnen gebruikers in uw Active Directory zich authenticeren voor diensten binnen de SURFfederatie.
  • als Service Provider (SP), in AD FS-terminologie 'Resource Partner' (RP) genoemd. In deze rol kunt u als organisatie ook diensten aanbieden via SURFconext.

In deze handleiding leest u hoe u uw organisatie aansluit in de rol van Identity Provider, de rol die voor de meeste instellingen van toepassing zal zijn.

De procedure voor het aansluiten als IDP bestaat uit de volgende onderdelen:

  1.  Een AD FS 2.0-serversysteem inrichten, o.a. Windows Server 2008 configureren en AD FS 2.0 installeren.
  2. De AD FS 2.0-server configureren voor aansluiting als Identity Provider voor SURFconext
  3. Een AD FS 2.0 proxy inrichten
  4. Attributen vrijgeven aan SURFconext

Meer informatie over AD FS 2.0

AD FS 2.0 (codenaam Geneva Server) is de opvolger van AD FS v1 zoals oorspronkelijk beschikbaar op Windows Server 2003 R2 en Windows Server 2008. De belangrijkste wijziging ten opzichte van AD FS v1 is de ondersteuning van het SAML 2.0 protocol. Meer informatie over AD FS 2.0 is hier te vinden: http://www.microsoft.com/windowsserver2008/en/us/ad-fs-2-overview.aspx

Deze handleiding is gebaseerd op de release van AD FS 2.0 (5 mei 2010). Meer informatie over de installatie van AD FS 2.0 is hier te vinden: http://technet.microsoft.com/en-us/library/adfs2(WS.10).aspx

Voor een step-by-step guide van Microsoft, wellicht handig als naslagwerk naast deze handleiding, zie: http://technet.microsoft.com/en-us/library/ff631096(WS.10).aspx

Waarom server en proxy?

Naast het inrichten van een AD FS 2.0-server is het noodzakelijk om 'voor' de AD FSserver, buiten het Windows-domein, een AD FS-proxy in te richten die het verkeer van buitenaf doorstuurt naar de AD FS-server. Dit houdt in dat er 2 verschillende Windows Server 2008 machines geconfigureerd worden in deze setup.

Dit heeft de volgende reden: de AD FS-server moet in het Windows-domein worden opgenomen en daarom liever niet direct bereikbaar zijn van buitenaf. Door een AD FSproxy in te richten en deze voor de AD FS-server te plaatsen, buiten het Windowsdomein, is de AD FS-server minder kwetsbaar voor aanvallen van buitenaf.

Bijkomend voordeel is dat een proxy kan worden geconfigureerd om een loginpagina met de look-and-feel van de instelling te tonen aan de gebruiker, in plaats van de standaard popup-prompt die de AD FS-server laat zien. Dit verbetert de herkenbaarheid van de login voor de eindgebruiker en biedt de mogelijkheid extra informatie aan de gebruiker te tonen. Daarnaast kan phishing beter worden voorkomen door het door het toepassen van een geldig SSL-servercertificaat.

AD FS 2.0-SERVER INRICHTEN

Inleiding

 Voordat u de specifieke instellingen voor SURFconext kunt invoeren, moet u een basisinstallatie op de AD FS 2.0-server uitvoeren. Dat gaat in de volgende stappen:

  1. Windows Server 2008 installeren en configureren
  2. De AD FS 2.0-software installeren
  3. Basisinstellingen van AD FS 2.0 configureren

Windows Server 2008 installeren en configureren

Om een AD FS 2.0-server te kunnen inrichten, moet u eerst Windows Server 2008 installeren en configureren:

  • Installeer de juiste versie van het besturingssysteem op de server: Windows Server 2008 SP2 of Windows Server 2008 R2 (standaard of enterprise).
  • Stel de tijd op de server correct in zorg dat deze wordt gesynchroniseerd met een time server.
  • Neem de server op in het domein van de Active Directory waaruit de accounts voor de federatie komen.
  • Installeer Internet Information Services (IIS) en zorg dat deze een geldig SSLservercertificaat heeft. U kunt servercertificaten (onder meer) verkrijgen via de SURFcertificaten-dienst van SURFnet:http://www.surfnet.nl/nl/diensten/authenticatie/Pages/certificaten.aspx

AD FS 2.0-software installeren

  1. Download AD FS 2.0 Server via http://go.microsoft.com/fwlink/?linkid=151338 voor uw platform (Windows Server 2008 SP2 of 2008 R2, 32 of 64 bits) en start de executable.
  2. Doorloop het begin van de procedure en accepteer de licentieovereenkomst.
  3. <IMAGE Server Role>
    Selecteer Federation server en klik op Next.

De eigenlijke installatie begint nu

  1. Volg de stappen in de wizard.
  2. Nadat de software is geïnstalleerd, verschijnt het volgende venster:
    <IMAGE completed Setup Wizard>
    Zorg dat Restart now aangevinkt is en klik op Finish.
    De server start opnieuw op. Hiermee is de basisinstallatie van de AD FS 2.0-software
    afgerond.

Basisinstellingen AD FS 2.0 configureren

  1. Kies Start > All Programs > Administrative Tools > AD FS 2.0 Management om de AD FS 2.0-configuratieapplicatie te starten.
    <IMAGE ADFS2.0 Overview>
  2. Klik op AD FS 2.0 Federation Server Configuration Wizard.
    <IMAGE ADFS Configuration Wizard>
    Selecteer Create a new Federation Service en klik op Next.
  3. <IMAGE Select Stand Alone>
    Selecteer Stand-alone federation server en klik op Next.
  4. <IMAGE Specify Fed Srv Name>
    In het veld 'Federation Service name' is de hostnaam van uw server al ingevuld. Laat deze ongewijzigd en klik op Next.
  5. <IMAGE Ready to apply>
    Klik op Next om de ingestelde settings toe te passen.
  6. <IMAGE Configuration Results>
    Klik op Close als het configuratieproces is afgerond.

Hiermee is ook de basisinstallatie van de AD FS 2.0-server afgerond.

AD FS 2.0-SERVER CONFIGUREREN ALS IDENTITY PROVIDER

Inleiding

Om uw gebruikers met hun instellingsaccount toegang te kunnen geven tot diensten van SURFconext, moet u uw AD FS 2.0-server configureren als Identity Provider.

Basisconfiguratie

  1. Kies Start > All Programs > Administrative Tools > AD FS 2.0 Management om de AD FS 2.0-configuratieapplicatie te starten.
    <IMAGE Overview>
    Klik op Required: Add a trusted relying party.
  2.  <IMAGE Add RPT Wizard>
    Klik op Start.
  3. <IMAGE Select Data Store>
    Vul in het veld 'Federation metadata address (host name or URL)' de volgende URL in: https://engine.surfconext.nl/authentication/sp/metadata en klik op Next.
  4. <IMAGE Specify Display Name>
    Vervang in het veld 'Display name' de default hostnaam (engine.surfconext.nl) door de naam 'SURFConext' en klik op Next.
  5. <IMAGE Choose Issurance Authorization Rules>
    Selecteer Permit all users to access this relying party en klik op Next.
  6. <IMAGE Ready to add Trust>
    Klik in dit overzichtsvenster op Next.
  7. <IMAGE finish>
    Deselecteer Open the Edit Claim Rules dialog... Met de 'Claims Rules dialog' worden de attributen geconfigureerd. Dit doet u later in het configuratieproces <IMCLUDE link?>.
    Klik op Close om deze configuratie af te ronden.

SHA1-algoritme inschakelen

In AD FS 2.0 worden handtekeningen standaard gezet met behulp van het SHA256-algoritme. Dit algoritme werkt niet goed samen met SURFconext. Voor een goede werking moet dit vervangen worden door het SHA1-algoritme.

  1. Kies in de linkerkolom van het overzichtsvenster Trust Relationships > Relying Party Trusts.
    <IMAGE ADFS2 main>
    Dubbelklik in de middelste kolom op SURFconext.
  2. <IMAGE properties Advanced>
    Selecteer het tabblad Advanced en kies in het veld 'Secure hash algorithm' de waarde SHA-1.
  3. Klik op Klik op OK om de configuratie voor SURFconext af te ronden.om de configuratie voor de SURFfederatie af te ronden.

Testen

Het is aan te bevelen om ook een aansluiting om de SURFconext testomgeving te configureren om uw installatie te kunnen testen in het geval van wijzigingen.

  1. <IMAGE ADFS2 main>
    Kies links in het overzichtsvenster Trust Relationships > Relying Party Trusts.
  2. Klik in de rechterkolom onder 'Actions' op Add Relying Party Trust....
  3. Doorloop nu opnieuw de stappen Basis Configuratie en SHA1-algoritme inschakelen, met dit verschil:
    • in Basis Configuratie, stap 4 vult u de 'Display name' de waarde 'SURFconext (TEST)' in.
  4. Het overzichtsvenster bevat nu twee relying party entries, en ziet er als volgt uit:
    <IMAGE ADFS 2 Party Trusts>
  5. Controleer of de SAML 2.0 metadata informatie van uw server beschikbaar is op de volgende URL:
    https://<hostnaam>/FederationMetadata/2007-06/FederationMetadata.xml
    (vul zelf de juiste hostnaam in).

AD FS 2.0-PROXY INRICHTEN

Inleiding

De AD FS-proxy hoeft niet op een aparte machine te worden geïnstalleerd, maar kan op een bestaande machine komen te staan die ook al voor andere doeleinden in gebruik is.

De installatie van een AD FS 2.0-proxy gaat in de volgende stappen:

  1. Windows Server 2008 installeren en configureren
  2. AD FS 2.0-software installeren
  3. De instellingen van de AD FS2.0-proxy configureren

Windows Server 2008 installeren en configureren

Om een AD FS 2.0-proxy te kunnen inrichten, moet u eerst Windows Server 2008 installeren en configureren:

  • Installeer de juiste versie van het besturingssysteem op de server: Windows Server 2008 SP2 of Windows Server 2008 R2 (standaard of enterprise).
  • Stel de tijd op de server correct in zorg dat deze wordt gesynchroniseerd met een time server.
  • Zorg ervoor dat de server niet opgenomen is in het domein van de Active Directory waaruit de accounts voor de federatie komen.
  • Installeer Internet Information Services (IIS) en zorg dat deze een geldig SSLservercertificaat heeft. U kunt servercertificaten (onder meer) verkrijgen via de SURFcertificaten-dienst van SURFnet:http://www.surfnet.nl/nl/diensten/authenticatie/Pages/certificaten.aspx

AD FS 2.0-software installeren

Zie 'AD FS 2.0-software installeren' voor het installeren van de AD FS 2.0-software, met dit verschil:
kies bij stap 3 voor Federation server.

<IMAGE setup wizard proxy>

AD FS 2.0 Proxy Configuratie

  1. Kies Start > Programs > Administrative Tools > AD FS 2.0 Federation Server Proxy Configuration Wizard om de AD FS 2.0-proxy configuratieapplicatie te starten.
  2. <IMAGE Welcome proxy config>
    Klik op Next.
  3. <IMAGE specify fed name service>
    Vul in het veld 'Federation Service name' de naam in van uw AD FS 2.0-server die u in paragraaf 2.4 hebt gekozen. Normaal gesproken is dit de hostnaam van de AD FS 2.0-server.
    Klik op Next.
  4. <IMAGE popup>
    De popup geeft aan dat er een succesvolle verbinding van de proxy naar de server gelegd kon worden.
    Klik op OK.
  5. <IMAGE enter crendetials>
    Voer gebruikersnaam en wachtwoord in van het adminstrator-account van de AD FS 2.0-server en klik op OK.
  6. <IMAGE ready to appy>
    Klik op Next.
  7. <IMAGE config results>
    Klik op Close als de installatie voltooid is.

DNS configureren

Als de server en de proxy zijn ingericht, moet u de DNS-configuratie nog aanpassen. Interne verzoeken (van binnen het Windows-domein) moeten namelijk direct naar de server worden geleid, externe verzoeken moeten via de proxy lopen. Registreer de IP-adressen van de AD FS 2.0-server en --proxy in het DNS als volgt:

  • het adres 'adfs.mycampus.nl' moet voor verzoeken vanaf uw eigen domein resolven naar de AD FS 2.0-server.
  • het adres 'adfs.mycampus.nl' moet voor verzoeken vanaf externe domeinen resolven naar de AD FS 2.0-proxy.

Het testen van de proxy kan verlopen door op een client machine tijdelijk de HOSTS-file
aan te passen naar de nieuwe situatie.

Testen

  1. Stuur een e-mail naar SURFconext Beheer (surfconext -beheer@surfnet.nl), waarin u aangeeft dat u op de productie- en testomgeving van SURFconext wilt aansluiten met uw AD FS 2.0-server. Geef daarbij de URL van uw AD FS 2.0-server door (adfs.mycampus.nl).
  2. Wacht tot uw gegevens geconfigureerd zijn (u krijgt hiervan bericht) en test daarna via: https://wayf-test.surfnet.nl/attributes.

Login pagina aanpassen

De standaard login pagina op de ADFS proxy kan nu worden aangepast naar de look-andfeel
van uw instelling, door de file:

C:\Program Files\Active Directory Federation Services 2.0\WSFederationPassive.Web\FormsSignIn.aspx

te wijzigen. Bij voorkeur dient hier tekst te worden opgenomen over:

  • de manier waarop gebruikers moeten inloggen, bijv. in welk formaat de user identifier moet worden ingevoerd (bijv. "student nummers" of "NetID").
  • een waarschuwing dat (bijv. bij gebruik op publieke terminals), uitloggen alleen voor gegarandeerd kan worden door de browser af te sluiten.
  • dat bij het inloggen moet worden gelet op een geldige HTTPS URL op de juiste server.

ATTRIBUTEN VRIJGEVEN

Inleiding

Attributen zijn gebruikerkenmerken die de AD FS 2.0-server na een geslaagde authenticatie van een gebruiker kan toevoegen aan informatie die aan SURFconext wordt doorgegeven. Voorbeelden van attributen zijn het e-mailadres van de gebruiker of de naam van een groep waar de gebruiker lid van is.

De set van gestandaardiseerde attributen die binnen SURFconext kunnen worden gebruikt, vindt u hier:

http://www.surffederatie.nl/attributenschema

Voordat SURFconext attributen kan gebruiken in het authenticatieproces, moet u ze vrijgeven aan SURFconext. In dit hoofdstuk worden vier attributen als voorbeeld vrijgegeven:

  • Name ID (loginnaam)
  • urn:mace:dir:attribute-def:uid (loginnaam; kan verschillen van waarde bij User ID)
  • urn:mace:dir:attribute-def:mail (e-mailadres)
  • urn:mace:dir:attribute-def:displayName (weergavenaam)

Deze fungeren slechts als voorbeeld; overleg met SURFnet over de specifieke attributen die uw organisatie nodig heeft voor het benaderen van diensten in de SURFfederatie. Een overzicht daarvan vindt u hier:

http://www.surffederatie.nl/attributen

Het vrijgeven van attributen bestaat uit de volgende stappen

  1. Attributen definiëren
  2. Attributen toewijzen aan de SURFfederatie
  3. Testen
  • No labels