Gegevens
Id |
3.1 |
|---|---|
Naam (nl) |
Identificatie |
Naam (en) |
Identifier |
V / A / O / X / B |
O |
Cardinaliteit |
n (10) |
Datatype |
container |
Volgorde |
ongeordend |
Definitie
Een persistente unieke identificator met behulp waarvan het leerobject kan worden geïdentificeerd. Persistentie van de identifier is essentieel om meerdere metadatastromen over het zelfde object in goede banen te leiden.
| Page | V / A / O / X | Cardinaliteit | Datatype | SPM | Coderingsstandaard | Volgorde |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 3.1 Identifier | n (10) | container | ongeordend | |||
| 3.1.1 Catalog | O | 1 | string | 1000 | ISO/IEC 10646-1 | ongespecificeerd |
| 3.1.2 Entry | O | 1 | string/langstring | 1000 | ISO/IEC 10646-1, geldige codering volgens de gekozen schema in veld 3.1.1. | ongespecificeerd |
Opmerkingen
De subelementen <catalog> (3.1.1 catalog) en <entry> (3.1.2 entry) zijn beide ten minste één maal verplicht en mogen vaker voorkomen. Systemen moeten ten minste 10 instanties van dit koppel kunnen verwerken.
De IMS MDv1.2.4 binding bevat ook een element <identifier>. Deze MOET NIET gebruikt worden.
Voorbeelden
LOMv1.0
IMS-MDv1.2.4
(...)
<catalogentry>
<catalog>uri</catalog>
<entry>
<langstring>3F2504E0-4F89-11D3-9A0C-0305E82C3301</langstring>
</entry>
</catalogentry>
(...)
</lom>
Verschillen met CZPv1.3
- Verscherping van de definitie: het betreft een persistente identifier