Deze pagina gaat binnenkort offline. U kunt op de volgende pagina de nieuwe omgeving met handleidingen vinden: https://servicedesk.surf.nl/wiki/display/WIKI/Edubadges


This page will go offline soon. You can find the new environment with manuals on the next page: https://servicedesk.surf.nl/wiki/display/WIKI/Edubadges








Dit metadata model Edubadges is bij Edustandaard opgenomen als Nederlandse afspraak: 
https://www.edustandaard.nl/standaard_afspraken/metadatamodel-edubadges/metadatamodel-edubadges-versie-1-0/

Beschrijving

De afspraak Metadatamodel Edubadges is een praktische uitwerking van het metadataschema van de SURF dienst Edubadges. Het mapping document beschrijft welke gegevens (metadata) worden gebruikt en vastgelegd bij Edubadges en beschrijft het data-formaat, semantiek en syntax van de begrippen Issuer, Badgeclass, Assertion.
Deze begrippen worden hieronder uitgelegd:

Issuer: Een issuer (uitgever) is een organisatie, afdeling of persoon die verantwoordelijk is voor het uitgeven van Edubadges. In de praktijk maken alleen Nederlandse hoger onderwijsinstellingen (zowel MBO, HBO als WO) gebruik van de dienst Edubadges.

Badgeclass: De badge class is een template waarin de issuer (uitgever) beschrijft wat de Edubadge behelst; denk hierbij aan de naam van de cursus, opleiding of vaardigheid, de beoordelingscriteria (waaraan moet de student voldoen om de edubadge te ontvangen?), informatie over de issuer, de waarde van de Edubadge en eventueel standaarden of afspraken.

Assertion: Een assertion kan gedefinieerd worden als de edubadge die een ontvanger ontvangt. Een assertion is uniek, bevat informatie over de uitgever en de houder van de Edubadge en heeft een URL (assertion URL) die gebruikt wordt om de Edubadge te valideren.

Het Metadatamodel Edubadges is een superset van de Open Badges V2.1 standaard. Deze standaard wordt beheerd door 1EdTech, een internationaal opererend consortium dat zich richt op het ontwikkelen en stimuleren van open standaarden bij leertechnologieën.

Open Badges Metadata Extensies

Onderdeel van de Open Bades Standaard is de optie om zogenaamde extensions (extenties) toe te voegen. Extensies zijn een middel voor aanbieders om extra functionaliteit toe te voegen door het gebruik van extra metadata op de Badge Objecten die verder gaan dan wat de standaard zelf specificeert.

Deze 10 metadata-extensies zijn door SURF toegevoegd aan het standaard Open Badges matadatamodel en geïmplementeerd in de dienst Edubadges:

Metadata extenties voor de Issuer

  • InstitutionNameExtension 

Omdat wij een issuer niet zien als een losse entiteit, maar onder een onderwijsinstelling (Institution) plaatsen, hebben we ook metadataelementen nodig om deze institutions te identificeren. 
Het metadataveld InstitutionNameExtension wordt gebruikt om de instellingsnaam vast te leggen. 
Voorbeeld: Erasmus Universiteit Rotterdam

  • InstitutionIdentifierExtension

Een uniek ID wat de instelling identificeert.
We gebruiken in Edubadges hiervoor het BRIN-nummer. 
De Basisregistratie Instellingen (BRIN) is een register dat door het Nederlandse Ministerie van OCW / DUO wordt uitgegeven en alle scholen en aanverwante instellingen bevat.
Voorbeeld: Instellingscode Hogeschool Rotterdam (Brin): 22OJ

  • GradingTableExtension

Verwijzing (URL) naar de beoordelingstabel (grading table) van de instelling.
Grading tables: de hogeronderwijsinstellingen lichten de nationale cijfersystematiek toe voor meer transparantie en begrip. De toelichting bestaat uit grading tables die inzicht geven in verschillende cijferculturen in cohorten, programma’s en faculteiten binnen een instelling en in cijferculturen tussen instituten en landen.
Zie ook: https://www.nuffic.nl/onderwerpen/netwerk/bologna-expertgroep
Voorbeeld: https://www.eur.nl/onderwijs/praktische-zaken/afstuderen/ects-grading-table

Metadata extenties voor de badgeclass

  • LanguageExtension

Dit metadataveld geet aan in welke taal het onderwijs is gegeven.
De notatie volgt de ISO-3166-1 standaard
Voorbeeld: Language: "nl_NL"

  • ECTSExtension

ECTS staat voor 'European Credit Transfer and Accumulation System'. ECTS worden in Nederland uitgedrukt in studiepunten. Met studiepunten wordt aangegeven hoeveel tijd je kwijt bent aan een vak of opleiding. 1 ECTS staat voor 28 uur studeren.
Het begrip ECTS is afkomstig uit de Europese afspraak vanEuropese ministers van onderwijs die willen dat het hoger onderwijs van verschillende landen beter met elkaar te vergelijken is. Zo bevorderen ze de mobiliteit. Deze afspraken uit 1998 staan bekend als het Bolognaproces.
Minimale waarde: 0,5 ECTS. Maximale waarde: 240 ECTS
Voorbeeld: ECTS 2,5

  • StudyLoadExtension

MBO instellingen gebruiken ipv studiepunten of ECTS het begrip 'Studiebelastingsuren' (SBU) om aan te geven hoeveel tijd je kwijt bent aan een vak of opleiding.
Voorbeeld: Studiebelastingsuren 24

  • TimeInvestmentExtension

Tijdsinvestering in uren.
Waar de ECTSExtensie en StudyLoadExtensie gebruikt worden voor Edubadges die uitgegeven worden als onderdeel van een formeel curriculum, kan deze TimeInvestmentExtension metadata-extensie worden toegevoegd aan de badgeklasses voor extracurriculair onderwijs om de investering in uren aan te geven die de lerende moet investeren om deze Edubadge te kunnen verkrijgen.
Voorbeeld: TimeInvestment 36

  • EQFExtension

EQF staat voor European Qualifications Framework.
Geeft informatie over het niveau van de cursus of opleiding volgens International Standard Classification of Education (ISCED).
In Nederland wordt dit uitgedrukt in NLQF.
Zie ook: https://www.nlqf.nl/daarom-nlqf/nlqf-niveaus
Een EQF/NLQF bestaat uit een (heel) getal tussen 1 en 8
Voorbeeld: NLQF 7 

  • LearningOutcomeExtension

Beschrijft het leerresultaat of de leeruitkomt. De learning outcomes beschrijven wat een student weet, begrijpt en kan toepassen na het afronden van een leerperiode.
Ze staan vermeld in de course catalogue en op het diplomasupplement.
Voorbeeld: Na afronding van de cursus moet de student in staat zijn om het boekhoudkundige concept van inkomsten- en transactieboekhouding uit te leggen.

  • EducationProgramIdentifierExtension

Een identificatiecode die het onderwijsprogramma identificeert.
In Nederland is dit de ISAT-code van een opleiding.
Het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) bevat gegevens over vroegere, huidige en toekomstige opleidingen.
Zie: https://duo.nl/zakelijk/hoger-onderwijs/studentenadministratie/opleidingsgegevens-in-croho/raadplegen-en-downloaden.jsp
Voorbeeld: Erasmus Universiteit Rotterdam
Onderwijs: Cultuurwetenschappen
ISAT-code: 56823

Samenhang met andere standaarden

Het Metadatamodel Edubadges is een superset, een uitbreiding dus, van de Open Badges V2.1 standaard. Deze standaard wordt beheerd door 1EdTech, een internationaal opererend consortium dat zich richt op het ontwikkelen en stimuleren van open standaarden bij leertechnologieën.

De elementen uit het Metadatamodel Edubadges worden ook gebruikt in de processen, applicaties en informatieobjecten en hun onderlinge relaties die men gebruikt in het hoger onderwijs domein. Met het opzetten van deze metadata elementen is daarom rekening gehouden met elementen uit de HORA en MORA. Er is echter geen sprake van een onderlinge verwijzing.

Zowel de HOVI als het Metadatamodel Edubadges hebben gegevens over het onderwijs aanbod van instellingen. Het toepassingsgebied van HOVI gaat verder in op marketingdoeleinden terwijl het Metadatamodel Edubadges zich meer richtop informatievoorziening richting zittende studenten en medewerkers.

Meerwaarde voor het onderwijs

Met Edubadges kunnen studenten hun kennis en vaardigheden zichtbaar en 'meeneembaar' maken. Dit kan het overstappen van studie naar werk vergemakkelijken. Studenten die een studie hebben afgerond kunnen zo gemakkelijk hun kennis en vaardigheden tonen aan toekomstige werkgevers. Ook studentmobiliteit tussen onderwijsinstellingen wordt makkelijker wanneer eerder opgedane kennis aantoonbaar en verifieerbaar kan worgen gemaakt. 

Het Edubadges platform gebruikt hiervoor de Open Badges standaard, zodat Edubadges compatible en uitwisselbaar zijn met andere platformen die de Open Badges standaard gebruiken. De Open Badges standaard echter is een algemene, mondiale standaard voor het uitwisselen van digitale credentials en is niet specifiek ontwikkeld met het oog op de standaarden en begrippen die in het Europese onderwijsstelsel worden gebruikt. 

In juni 1999 tekenden ministers van onderwijs van 29 Europese landen de zogenaamde Bologna Verklaring. In deze verklaring spraken ze af om te streven naar één Europese hoger onderwijsruimte. Het doel was om het voor studenten en werkenden gemakkelijker te maken om overal in Europa te kunnen wonen, studeren en werken. Deze internationale herkenbaarheid van het hoger onderwijs bevordert voor studenten de mogelijkheden voor uitwisseling en zorgt voor een betere voorbereiding op de internationale arbeidsmarkt. Het gaat niet alleen om uitwisseling binnen Europa, maar ook om het verbeteren van de internationale concurrentiepositie en aantrekkingskracht van het Europese hoger onderwijs.
Veel van de begrippen en afspraken (ECTS, EQF, leeruitkomsten ed) die uit deze Bologna verklaring zijn voortgekomen en die het onderwijsstelsel in Europa transparant en vergelijkbaar maken, zijn opgenomen in het Metadatamodel Edubadges. Dit zorgt voor een betere herkenbaarheid en geeft een meer zinvolle betekenis aan de inhoud van een Edubadge en sluit daardoor beter aan bij de onderwijs praktijk, dan wanneer deze metadata elementen niet zouden zijn toegevoegd. 

Zie ook: 7 argumenten voor een nationale aanpak van open badges in het onderwijs
Zie ook: Geleerde lessen pilot Edubadges

Gebruik

De doelgroep voor het kunnen gebruiken van de dienst Edubadges is het hoger onderwijs in Nederland en omvat zowel de sectoren MBO, HBO als WO. 
Voor zowel de HBO als de WO instellingen is de dienst Edubadges opgenomen in de basisvergoeding Infrastructuur. Dat wil zeggen dat 36 HBO en 14 WO instellingen de dienst kunnen gebruiken, zonder hiervoor extra licentie of gebruiks kosten. Voor het MBO is edubadges een additionele dienst. In totaal nemen 40 instellingen (situatie jan. 2024) de Edubadges dienst af. 

Ontwikkelingen

Standaarden, maar ook metadatamodellen worden continu doorontwikkeld. Het hier beschreven Metadatamodel Edubadges is dan ook een momentopname en gebaseerd op de Open Badges v2.1 standaard. Onlangs (eind 2023) is een nieuwe versie van deze standaard verschenen: Open Badges V3 (OB3). Deze kenmerkt zich o.a. doordat gebruik wordt gemaakt van een andere standaard om data verifieerbaar uit te kunnen geven: de Verifiable Credential (VC 2.0) standaard van W3C en dat het metadatamodel zal veranderen. De dienst Edubadges zal tzt deze nieuwe OB3 standaard gaan gebruiken. Dit betekent dat het metadatamodel van Edubadges ook aangepast zal worden. 

Andere ontwikkelingen die nu spelen en waarschijnlijk van invloed zullen zijn op het Metadatamodel Edubadges zijn:

Stuurgroep Metadata

De stuurgroep Metadata bestaat uit vertegenwoordigers uit de onderwijsdomeinen MBO, HBO en WO en is in eerste instantie opgericht om uitbreiding van het metadata model te bespreken. In overleg hebben we besloten om de stuurgroep ook een rol te geven in het bespreken van mogelijke uitbreidingen van functionaliteiten.

De stuurgroep Metadata bestaat uit:

    • Vertegenwoordiger MBO
    • Vertegenwoordiger HBO
    • Vertegenwoordiger WO

Documentatie

Description

The specification Metadata Model Edubadges is a practical elaboration of the metadata schema for the SURF service Edubadges. The mapping document describes what data elements (metadata) are used and captured in Edubadges and describes the data format, semantics and syntax of the concepts Issuer, Badgeclass and Assertion.
These concepts are explained below:

Issuer: An issuer (publisher) is an organization, department or person responsible for issuing Edubadges. In practice, only Dutch higher education institutions (both MBO, HBO and WO) use the Edubadges service.

Badgeclass: The badge class is a template in which the issuer (publisher) describes what the Edubadge entails; for example, the name of the course, education or skill, the assessment criteria (what must the student meet to receive the edubadge?), information about the issuer, the value of the Edubadge and any standards or agreements.

Assertion: An assertion can be defined as the edubadge that a recipient receives. An assertion is unique, contains information about the issuer and holder of the Edubadge, and has a URL (assertion URL) that is used to validate the Edubadge.

The Edubadges Metadata Model is a superset of the Open Badges V2.1 standard. This standard is managed by 1EdTech, an international consortium dedicated to developing and promoting open standards in learning technologies.

Open Badges Metadata Extensions

Part of the Open Bades Standard is the option to develop so-called extensions. Extensions are a means for providers to add additional functionality by using additional metadata on the Badge Objects beyond what the standard itself specifies.

These 10 metadata extensions were added by SURF to the standard Open Badges matadata model and implemented in the Edubadges service:

Metadata extenties for the Issuer

  • InstitutionNameExtension 

Because we do consider an issuer as a separate legal entity, but place it under an educational institution, we also need metadata elements to identify these educational institutions. 
The metadata field InstitutionNameExtension is used to capture the institution name.
Example: Erasmus University Rotterdam

  • InstitutionIdentifierExtension

A unique ID that identifies the institution. In the Netherlands we use the BRIN number in Edubadges for this purpose. 
The Basisregistratie Instellingen (BRIN) is a register issued by the Dutch Ministry of OCW / DUO that contains all schools and related institutions.
Example: Institution code Hogeschool Rotterdam (Brin): 22OJ

  • GradingTableExtension

Reference (URL) to the institution's grading table.
Grading tables: higher education institutions explain the national grading system for greater transparency and understanding. The explanation consists of grading tables that provide insight into different grading cultures in cohorts, programs and faculties within an institution and into grading cultures between institutions and countries.
See also: https://www.nuffic.nl/onderwerpen/netwerk/bologna-expertgroep
Example: https://www.eur.nl/onderwijs/praktische-zaken/afstuderen/ects-grading-table

Metadata extenties for the badgeclass

  • LanguageExtension

    This metadata field indicates the language of instruction.
    The notation follows the ISO-3166-1 standard.
    Example: Language: "nl_NL"

  • ECTSExtension

ECTS stands for "European Credit Transfer and Accumulation System. ECTS in the Netherlands are expressed in credits. With credits the amount of time you spend on a course is indicated.
1 ECTS stands for 28 hours of study.
The term ECTS comes from the European agreement of European ministers of education who want higher education from different countries to be more comparable. This is how they promote mobility. These 1998 agreements are also known as the Bologna Process.
Minimum value: 0.5 ECTS. Maximum value: 240 ECTS
Example: ECTS: 2.5

  • StudyLoadExtension

Secondary Vocational institutions (MBO in the Netherlands), instead of credits or ECTS, use the term "Study Load Hours" (In Dutch: Studie Belasting Uren - SBU) to indicate how much time you spend on a subject or course.
Example: Study load hours: 24

  • TimeInvestmentExtension

TimeInvestment Hours. 
Whereas the ECTSExtension and StudyLoadExtension are used for Edubadges issued as part of a formal curriculum, this TimeInvestmentExtension metadata extension can be added to extracurricular education badge classes to indicate the investment in hours the learner must invest to obtain that Edubadge.
Example: TimeInvestment: 36

  • EQFExtension

EQF stands for European Qualifications Framework.
Provides information about the level of the course or education according to International Standard Classification of Education (ISCED).
In the Netherlands it is expressed in NLQF.
See also: https://www.nlqf.nl/daarom-nlqf/nlqf-niveaus
An EQF/NLQF consists of a (whole) number between 1 and 8
Example: NLQF: 7 

  • LearningOutcomeExtension

Describes the learning outcome. Learning outcomes describe what a student knows, understands and can apply after completing a learning period.
They are listed in the course catalog and on the diploma supplement.
Example: Upon completion of the course, the student should be able to explain the accounting concept of revenue and accrual accounting.

  • EducationProgramIdentifierExtension

An identifier that identifies the educational program.
In the Netherlands, this is the ISAT code of a degree program.
The Central Register of Higher Education Programs (CROHO) contains data on past, present and future programs.
See: https://duo.nl/zakelijk/hoger-onderwijs/studentenadministratie/opleidingsgegevens-in-croho/raadplegen-en-downloaden.jsp
Example: Erasmus University Rotterdam
Education: Cultural Studies
ISAT Code: 56823

Coherence with other standards

The Edubadges Metadata Model is a superset, an extension, of the Open Badges V2.1 standard. This standard is managed by 1EdTech, an international consortium that focuses on developing and promoting open standards in learning technologies.

The elements from the Edubadges metadata model are also used in the processes, applications and information objects and their interrelationships used in the higher education domain. Therefore, in setting up these metadata elements, elements from the HORA and MORA have been taken into account. However, there is no cross-referencing.

Both the HOVI and the Edubadges Metadata Model have data on the educational offerings of institutions. The scope of HOVI goes further into marketing purposes while the Edubadges Metadata Model focuses more on providing information to current students and employees.

Added value for education

Edubadges allow students to make their knowledge and skills visible and "portable. This can facilitate the transition from study to work. Students who have completed their studies can thus easily show their knowledge and skills to future employers. Student mobility between educational institutions also becomes easier when previously acquired knowledge can be made demonstrable and verifiable. 

The Edubadges platform uses the Open Badges standard for this purpose, making Edubadges compatible and interchangeable with other platforms that use the Open Badges standard. The Open Badges standard, however, is a general, global standard for exchanging digital credentials and has not been developed specifically with the standards and concepts used in the European educational system in mind.  

In June 1999, ministers of education from 29 European countries signed the so-called Bologna Declaration. In this declaration, they agreed to strive for a single European higher education area. The goal was to make it easier for students and workers to live, study and work anywhere in Europe. This international recognition of higher education promotes exchange opportunities for students and ensures better preparation for the international labor market. It is not only about exchange within Europe, but also about improving the international competitiveness and attractiveness of European higher education.
Many of the concepts and agreements (ECTS, EQF, learning outcomes ed) that emerged from this Bologna Declaration and that make the education system in Europe transparent and comparable are included in the Edubadges Metadata Model. This ensures better recognition and gives a more meaningful meaning to the content of an Edubadge and therefore better matches educational practice, than if these metadata elements were not added. 

See also: 7 argumenten voor een nationale aanpak van open badges in het onderwijs
See also: Geleerde lessen pilot Edubadges

Usage

The target group to use the Edubadges service is higher education in the Netherlands and includes the MBO, HBO and WO sectors. 
For both HBO and WO institutions, the Edubadges service is included in the basic fee Infrastructure. This means that 36 HBO and 14 WO institutions can use the service without additional license or user fees. For the MBO, edubadges is an additional service. A total of 40 institutions (situation Jan. 2024) use the Edubadges service. 

Developments

Standards, as well as metadata models, are constantly being developed. The Edubadges metadata model described here is therefore a snapshot and based on the Open Badges v2.1 standard. Recently (late 2023) a new version of this standard was released: Open Badges V3 (OB3). One of the features of this one is that it uses another standard to be able to issue data verifiably: the Verifiable Credential (VC 2.0) standard of W3C and that the metadata model will change. The Edubadges service will use this new OB3 standard in due course. This means that the metadata model of Edubadges will also be adapted. 
Andere ontwikkelingen die nu spelen en waarschijnlijk van invloed zullen zijn op het Metadatamodel Edubadges zijn:

  • Pilot Microcredentials for MBO: In close cooperation between the MBO Council and Npuls, the pilot microcredentials MBO will start in March 2024 and will run in principle until December 31, 2025.
    This pilot is expected to further fine-tune the Edubadges Metadata Model for the use of Microcredentials within MBO.

  • DC4EU pilot: together with a number of institutions, SURF is participating in the Digital Credentials for Europe (DC4EU) consortium. In this collaboration, educational and research-related use cases with wallets and SSI are being tested on a pan-European scale.

  • Developments around Self Sovereign Identity (SSI): Self-sovereign identity (SSI) is a new paradigm in identity management. An important difference from existing identity management ecosystems, such as SURFconext for example, is that users have more control over the use of their personal data. It is obvious SSI will also have an impact on a service like Edubadges.

  • EU proposal what the data of a 'Microcredential' must comply with. This will mean that the Edubadges Metadata Model will be extended with these additional Microcredential fields.

Metadata Steering Group

The Metadata Steering Group consists of representatives from the educational domains of Secondary vocational education (Dutch: MBO), Higher professional education (Dutch: HBO) and University education (Dutch: WO).

and was initially set up to discuss expansion of the metadata model. In consultation, we decided to also give the steering committee a role in discussing possible extensions to functionalities.

The Metadata Steering Committee consists of:

      • Ron de Graaf, representative Secondary vocational education
      • Lennart de Graaf, representative Higher professional education
      • Aleid de Jong, representative University education

Documentation


  • No labels