You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 16 Next »

Navigatie

Dienst omschrijving

SURFLichtpaden is de dienstnaam voor een punt-naar-punt verbinding. SURF biedt deze netwerkdienst als een van de private networking services. Dat zijn diensten die gescheiden zijn van andere diensten, zoals SURFinternet. Lichtpaden op het SURF netwerk worden gebouwd op basis van EVPN-VPWS (Ethernet VPN Virtual Private Wire Service).

Een lichtpad, zoals we de verbinding noemen, is een (transparante) verbinding tussen twee Service Poorten op het SURF-netwerk of poorten naar een collega NREN via Netherlight. De term lichtpad suggereert een rechtstreekse glasvezel verbinding. Echter het lichtpad is in de loop der jaren geëvolueerd naar een op ethernet gebaseerde dienst met veel meer mogelijkheden dan een enkele glasvezel verbinding kan bieden. Naast transparantie voor control protocollen als LACP, STP, biedt een lichtpad protectie tegen fiberbreuken of andere storingen binnen het SURF netwerk, IEEE802.1q VLAN retagging, IEEE 802.1ad dubbel tagging, etc. De mogelijkheden van lichtpaden zijn sterk afhankelijk van het type service poort waarmee wordt aangesloten op het SURF-netwerk.

Lichtpad varianten

SSP – SSP lichtpad

Dit type lichtpad heeft de meeste karakteristieken behouden van de originele lichtpad dienst, die qua gedrag vergelijkbaar is met een glasvezel verbinding. Al het verkeer dat aangeboden wordt op de poort wordt transparant doorgezet naar de andere kant van de verbinding. Ook laag 2 control protocol pakketten worden transparant doorgezet.

Remote port shutdown

Deze optie biedt de mogelijkheid om het licht uit te schakelen op de poort in geval van een verstoring in het netwerkpad of de remote zijde. Deze functie heet remote port shutdown en is alleen verkrijgbaar voor dit type Lichtpad.

Het uitschakelen van het licht ziet de aangesloten apparatuur als een link event, wat bovenliggende protocollen (bijv de IGP of BGP) direct opnieuw laat convergeren zonder te hoeven wachten op aflopende timers.

MSP-MSP lichtpad

Een lichtpad tussen twee MSP poorten dient altijd VLAN configuratie te krijgen. Naast de keuze voor een enkele VLAN tag per poort, zijn er ook mogelijkheden voor bundled VLAN ranges of dubbele VLAN tags. Al deze varianten levert een veelvoud van verschillende type lichtpaden. De innerVLAN is de C(ustomer)-tags, de outerVLAN is de S(ervice)-tags.

VLAN retagging

VLAN retagging is de functie die het mogelijk maakt om een VLAN-id te herschrijven. Dit is mogelijk voor alle services met een enkele VLAN tag. Voor services die gebruik maken van VLAN ranges is geen mogelijkheid om het VLAN-id te herschrijven, deze exacte VLAN range moet hetzelfde blijven aan weerszijde van het lichtpad.

MSP-SSP lichtpad

Een Lichtpad tussen een MSP en een SSP dient aan de MSP kant aan VLAN tag te krijgen, deze wordt verwijderd op de SSP. Voor de SSP geldt dat er geen VLAN tag nodig is, maar wordt deze toegevoegd aan de MSP kant. De transparantie die een lichtpad tussen twee SSPs kent, geldt niet voor deze variant. Aan de MSP kant geldt dat deze zowel enkel, als dubbel getagged kan worden.

Protected en redundant lichtpad

Lichtpaden zijn er in een protected variant en een redundante variant. Een protected lichtpad is een enkelvoudig uitgevoerd lichtpad. Alleen nodes waarop het lichtpad wordt getermineerd zijn de single point of failure (SPoF) verder maakt het pad tussen de poorten gebruik van alle redundantie in het SURFnet8 netwerk. Een redundant lichtpad zijn 2 afzonderlijke lichtpaden uitkomend op verschillende (poorten of, bij voorkeur) nodes voor redundantie. De lichtpaden zijn alleen logisch aan elkaar gekoppeld zodat SURF rekening kan houden tijdens werkzaamheden zodat niet beide lichtpaden worden geraakt. Juiste werking van de redundantie moet door de instelling zelf worden ingeregeld middels een routing protocol (OSPF bijvoorbeeld), Link aggregation of Spanning-tree.

Doordat de onderliggende infrastructuur van het SURF-netwerk gebouwd is op een dynamisch forwarding plane (MPLS in combinatie met segment routing), zal elk datapakket in dit netwerkt worden gerouteerd. In geval van een verstoring zal het pakket ge-herrouteerd worden over een andere beschikbare route. Door deze netwerk eigenschap zijn alle verbindingen die hierboven zijn beschreven beschermd tegen problemen in het netwerk. Unprotected lichtpaden zijn dan ook niet meer mogelijk, het lichtpad is altijd protected door de onderliggende dynamische MPLS infrastructuur.

Protected lichtpad

Een protected lichtpad biedt bescherming voor het verkeer door deze te routeren via een alternatief beschikbaar pad tijdens een verstoring. Wanneer op de normale route een incident – zoals een vezelbreuk – optreedt, zorgt de gebruikte technologie in het SURF-netwerk ervoor dat het verkeer via alternatieve route neemt. Hierdoor blijft de onderbreking minimaal. Het omschakelen naar een alternatieve route duurt minder dan een seconde en zal in de meeste gevallen niet opgemerkt worden. Nadat de verstoring is verholpen, zal het lichtpad terugvallen naar de originele route.

Een protected lichtpad, waarbij de route door het netwerk beschermd is, wordt gemaakt op een poort. Dit product biedt geen bescherming tegen uitval van apparatuur op de eindlocaties.

Redundant lichtpad

Een redundant lichtpad is samengesteld uit twee lichtpaden. De aansluiting bestaat aan beide zijden uit twee poorten en in feite is er daardoor sprake van dubbele capaciteit van het lichtpad zolang beide paden operationeel zijn. Het realiseren van resiliency is in dit geval de verantwoordelijkheid van de gebruiker(s) van het lichtpad. Deze variant is bij uitstek geschikt voor instellingen die ook in hun lokale infrastructuur beschikken over een redundant uitgevoerde configuratie.

De twee linken van een redundant lichtpad zijn ook protected uitgevoerd. Dit zal met name merkbaar zijn bij werkzaamheden; waar in het verleden onderhoud aan een fiber een onderbreking opleverde op één van de linken, zal nu slechts een korte switchover (typisch <50ms) merkbaar zijn. Tijdens de fiberwerkzaamheden blijven alle poorten van het redundante lichtpaden blijven verkeer sturen.

Samenvoegen van poorten

Mocht de capaciteit van een (1) poort niet voldoende zijn voor het beoogde doel van het lichtpad, , dan kunnen meerdere poorten samengevoegd worden tot een aggregate interface. Aggregation poorten, zoals deze samengevoegde poorten heten, zijn alleen beschikbaar voor 10GE en 100GE poorten. Voor alle lichtpad varianten zoals hier beschreven geldt dat deze met een aggregation poort kunnen worden opgeleverd.

De optie ‘remote port shutdown’ zal echter niet meer ondersteund worden bij een samengestelde poort.

Snelheden

Een lichtpad kan met verschillende snelheden worden opgeleverd, maar kan nooit groter zijn dan de poort snelheid.

Een lichtpad op SSP poorten is er in de snelheden:

  • 50Mbit/s,
  • 250Mbit/s,
  • 500Mbit/s,
  • 750Mbit/s,
  • 1Gbit/s
  • 10Gbit/s

Andere snelheden tussen de 50Mbit/s en 100Gbit/s dan de 6 snelheden zoals hierboven genoemd zijn mogelijk op de MSP poort. Door gebruik te maken van een MSP poort kan er vrij gekozen worden hoe groot het Lichtpad is.

Er worden geen snelheidslimieten ingesteld op de afgenomen lichtpaden. Het nadeel van deze limieten is namelijk dat bursty verkeer toch packetloss kan ondervinden, terwijl gemiddeld genomen het verkeer niet boven de snelheid van het lichtpad uitkomt. Wel wordt er gekeken naar het gebruik van de lichtpaden, mocht het gebruik van een lichtpad consequent groter zijn dan de contractueel afgesproken snelheid kan SURF besluiten een limiet in te stellen. Dit zal gebeuren volgens een fair-use principe.

Mocht er de wens zijn om het lichtpad wel te limiteren, bijvoorbeeld om bandbreedte voor andere verkeer op de MSP te garanderen, dan is dat mogelijk.

FAQ

Frequently asked Questions

Hoe configureer ik SURFlichtpaden?

Voor een uitgebreide beschrijving over het aansluiten van SURFlichpaden zie:

Hoe configureer ik mijn SURFlichtpaden aansluiting?

  • No labels